In één oogopslag

In één oogopslag (x 1.000 euro)

Ontwerp
begroting
2024 **

Actuele
begroting
2024 **

Jaarrekening
2024 **

Bedrag
verschil *

Lasten

720.494

711.644

621.094

90.550

Baten

-636.807

-698.992

-697.788

-1.203

Saldo van baten en lasten

83.687

12.653

-76.694

89.347

Stortingen reserves

182.834

359.366

366.491

-7.126

Onttrekking reserves

-266.520

-425.563

-395.810

-29.753

Resultaat

0

-53.544

-106.013

52.468

*een positief verschil is voordelig
**een negatief bedrag bij resultaat is voordelig

Analyse jaarstukken op hoofdlijnen
De jaarstukken bieden inzicht in de cijfers van het afgelopen jaar en kunnen het vormgeven van de kaderbrief ondersteunen. In de kaderbrief worden de strategische beleidsdoelen en financiële kaders voor de komende periode besproken. Deze verbinding zorgt ervoor dat lessen uit het verleden zoveel mogelijk worden meegenomen in de kaderbrief en de begroting, hetgeen bijdraagt aan goede keuzes op toekomstige uitdagingen en het meerjarig en structureel in evenwicht houden van inkomsten en uitgaven.

Het rekeningresultaat 2024 voor bestemming bedraagt € 106 miljoen voordelig. Dit is te verklaren door de vrijval van de voorziening lening Pallas van € 44 miljoen (minder lasten), meer dekkingsmiddelen (meer baten) van € 60,9 miljoen ten opzichte van de ontwerp begroting, onderbesteding op programma’s die als gevolg van reservemutaties het resultaat met € 1,1 miljoen beïnvloeden.
Bijkomende dekkingsmiddelen
De bijkomende dekkingsmiddelen (€ 60,9 miljoen meer baten) komen voort uit bijstellingen van Rijksuitkeringen bij de mei-, september- en decembercirculaires (waarvan € 22,1 miljoen algemene uitkering en € 24,7 miljoen decentralisatie-uitkering), meer opbrengst uit opcenten (€ 2,9 miljoen) en dividenden (€ 11,2 miljoen). De provincie heeft geen invloed op de bijstellingen van Rijksuitkeringen. De trend is dat de laatste jaren in de decembercirculaire meer baten staan opgenomen dan wij hebben begroot op basis van de meicirculaire. Het blijft voor de provincie een uitdaging hoelang het Rijk hiermee doorgaat. Tegelijkertijd is het belangrijk voorzichtig te blijven uitgeven, aangezien de uitkering van het provinciefonds vanaf 2025 en verder onder druk staat en het, na het wegvallen van het transitiefonds, niet helder is waar het Rijk wel en geen geld voor geeft.
Onderbestedingen
Naast de bijkomende dekkingsmiddelen wordt het voordelige resultaat veroorzaakt door onderbestedingen bij verschillende programma's (totaal € 55,4 miljoen minder lasten, waarvan € 1,1 miljoen betrekking heeft op het resultaat).
Deze onderbestedingen zijn met name bij programma 4 op diverse onderhoudswerkzaamheden en minder subsidieaanvragen. Diverse structurele onderhoudswerkzaamheden, subsidieaanvragen en/of investeringen zijn nog niet gerealiseerd, waardoor de bestedingen doorschuiven naar volgend jaar of volgende jaren. Deze meevaller door uitgestelde projecten en subsidieaanvragen is eenmalig als gevolg van de complexiteit van de (onderliggende) projecten. Door de lagere lasten is deels ook het saldo van de reservemutaties lager. Het effect hiervan is dat de reservemutaties (saldo van stortingen en onttrekkingen) € 54,3 miljoen lager zijn. Zodra deze investeringen (alsnog) worden gestart, nemen de uitgaande kasstromen toe, evenals de financieringsbehoefte. Deze toename in de financieringsbehoefte kan leiden tot extra rentelasten.
Mede door de ontwikkelingen op het gebied van het provinciefonds, de wijzigingen vanuit het Rijk, inflatie (stijgende kosten), het doorschuiven van investeringen, blijft de situatie op langere termijn aandacht vragen.
Financiële positie 2024
De totale omvang van de algemene reserve van de provincie bedraagt eind 2024 €147 miljoen en is circa 27% van de structurele algemene dekkingsmiddelen. De financiële verordening stelt de ondergrens voor het eigen vermogen op 25%, wat overeenkomt met €137 miljoen eind 2024. Dit biedt een buffer tegen financiële tegenvallers. De provincie heeft de beschikking over beperkte liquide middelen. Aan de passiva-zijde van de balans staan de algemene reserve en andere reserves, terwijl de activa-zijde de bezittingen bevat, zoals investeringen in bruggen, panden, en wegen die in het verleden zijn aangelegd. Bij nieuwe investeringen moet er geld worden geleend, wat op de balans verschijnt als zowel een investering als een schuld die moet worden afbetaald. De netto schuldquote in 2024 (van 62%) is lager dan de begrote 86% doordat er minder vreemd vermogen is aangetrokken en de baten van de provincie ook hoger zijn uitgevallen dan begroot. Door uitgestelde investeringen, lagere uitgaven dan verwacht (onderbesteding op diverse onderhoudswerkzaamheden), de hogere Rijksuitkeringen bij dekkingsmiddelen en ontvangen Specifieke uitkeringen (SPUK) van het rijk (leiden nooit tot een resultaateffect omdat hier altijd lasten tegenover staan) was er een positieve kasstroom in 2024. Deze oorzaken – uitstel van investeringen, projecten en hogere dekkingsmiddelen – leiden ook tot een positieve bijstelling van het EMU-saldo. Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht. Het EMU-saldo over 2024 geeft aan dat de provincie via reële transacties afgelopen jaar minder uitgegeven heeft dan dat de provincie heeft ontvangen.

Resultaat ten opzichte van laatste begrotingswijziging
Over een deel van het gerealiseerde resultaat van € 106 miljoen (van 2024) zijn Provinciale Staten bij de laatste begrotingswijziging 2024 geïnformeerd (stand laatste begrotingswijziging met een resultaat van € 53,5 miljoen). Dit resultaat kwam toen met name door hogere dekkingsmiddelen en ook op verzoek van GS en PS intensievere monitoring op budgetuitputting. Dit heeft voornamelijk in programma 4 (bij OV-concessies en (onderhoud)-infrastructuur) en programma 7 (bij algemene uitkering) geleid tot aanzienlijke bijstellingen in de laatste begrotingswijziging. De nadruk in de voorliggende jaarstukken ligt bij de geactualiseerde begroting 2024 (laatste begrotingswijziging). Het rekeningresultaat ten opzichte van het begrotingsresultaat is met € 52,5 miljoen toegenomen.

Hieronder volgt een beknopte opsomming van de grootste verschillen (van in totaal € 52,5 miljoen): Deze opsomming is op hoofdlijnen en verklaart dus niet het volledige verschil.
Programma 4 Bereikbaarheid
Lagere lasten van totaal € 7,6 miljoen op diverse onderhoudswerkzaamheden. Dit heeft te maken met onder andere de daling van energieprijzen op wegenonderhoud. Ook is er voor onderhoud minder uitgegeven vanwege geplande werkzaamheden die niet volledig zijn uitgevoerd.

Programma 5 Natuur en Landelijk Gebied
Hogere lasten van € 6,7 miljoen BIJ12/Faunafonds. De achterliggende oorzaak hiervan is dat het aantal aanvragen fors is toegenomen (35% meer aanvragen ten opzichte van 2023) en het  schadebedrag per aanvraag hoger is. De financiële gevolgen van faunaschade lopen sterk op. Dit komt niet alleen door ganzen, maar zeker ook door schade van de houtduif bij kapitaalintensieve gewassen (zo is bijvoorbeeld de schade aan bloemkool gestegen van € 0,9 miljoen naar € 5,3 miljoen).

Programma 6 Economie, leefbaarheid en cultuur
Voor de Pallas-reactor is een rentedragende geldlening van € 43,9 miljoen (incl. toevoeging rentebestanddeel) verstrekt. De gehele lening van € 43,9 miljoen was voorzien. In 2024 is de publieke financiering (Rijk) voor Pallas definitief geworden en daarmee is invulling gegeven aan de vereisten voor vrijval van de voorziening. Voor het programma Economie, Leefbaarheid en Cultuur betekent dit een totaal voordeel van € 40 miljoen. De rente op de lening aan stichting Pallas was (totaal € 3,9 miljoen) is vrijgevallen in programma 7 overzicht algemene middelen en organisatie.

Programma 7 Overzicht algemene middelen en organisatie
In 2024 waren de capaciteitskosten € 8,3 miljoen lager dan begroot. Dit is het gevolg van lagere loonkosten door een krappe arbeidsmarkt. Met name in technische functies zoals projectleider en ingenieur speelt deze krapte. Daarnaast waren er onzekerheden over de vraag of er extra budgetten zouden komen voor nieuwe opgaven vanuit het Rijk, bijvoorbeeld in het groene domein. De provincie wilde gereed zijn voor deze nieuwe opgaven en daarom is een formatie-uitbreiding in de begroting opgenomen. Omdat de onzekerheden bleven, is er voorzichtig omgegaan met het invullen van vacatures.

De afwijking in de baten wordt veroorzaakt door meerdere factoren. Zo nam de algemene uitkering van het provinciefonds met € 7,4 miljoen toe vanwege nieuwe decentralisatie-uitkeringen.
Reservemutaties
De afwijking op de stortingen bedraagt € 7,1 miljoen (meer gestort) en op de onttrekkingen € 29,8 miljoen (lagere onttrekkingen). Bij de stortingen gaat het voornamelijk om twee grote mutaties die niet begroot waren. Dit betreft een overheveling vanuit een reserve en een storting aan de reserve bedrijfsvoering vanwege de lagere materiële personeelslasten. De lagere onttrekkingen kennen diverse oorzaken, waaronder € 12,5 miljoen aan lagere uitgaven door het uitstellen van investeringen, projecten of onderhoud, evenals een vermindering in subsidieaanvragen binnen programma 4. Binnen programma 5 bedraagt het totaal € 13,3 miljoen. Deze lagere uitgaven leiden daarom tot een lagere onttrekking aan de reserves.

Alle verschillen zijn gedetailleerd per programma terug te vinden in hoofdstuk jaarrekening 5.1.1.
Balans 2024 zie uitgebreide balans en volledige toelichting op pagina 191

ACTIVA

31-12-2024

31-12-2023

x € 1.000

x € 1.000

Materiële vaste activa

1.177.066

1.120.038

Financiële vaste activa

347.178

287.897

Vlottende Activa

255.898

190.788

Totaal

1.780.142

1.598.723

PASSIVA

31-12-2024

31-12-2023

x € 1.000

x € 1.000

Eigen Vermogen

1.060.218

983.523

Waarvan Algemene Reserves

146.958

119.569

Waarvan Bestemmingsreserves

807.247

819.875

Gerealiseerd resultaat

106.013

44.080

Voorzieningen

29.467

30.954

Vaste schulden met rentetypische looptijd één jaar of langer

160.000

0

Vlottende Passiva

530.457

584.247

Totaal

1.780.142

1.598.723

Investeringen in infrastructuur en duurzame projecten zijn voortgezet, waaronder een bedrag van € 10,5 miljoen voor NNN (€ 1,8 miljoen gedekt door het programma Natuur), en € 7,2 miljoen voor strategische grondaankopen. Verder werd in 2024 € 69,4 miljoen geïnvesteerd in openbare ruimte met maatschappelijk nut, zoals grond-, weg- en waterbouwkundige werken.
Voor de Pallas-reactor een rentedragende geldlening van € 43,9 miljoen (inclusief toevoeging rentebestanddeel) verstrekt. De gehele lening van € 43,9 miljoen was voorzien en opgenomen op de balans. Deze voorziening is nu vrijgevallen en als voordeel in de exploitatie opgenomen. Daarnaast vonden in 2024 agiostortingen plaats in deelnemingen (verbonden partijen) die beleidsdoelen voor ons realiseren. De grootste investeringen bedroegen in 2024 € 9,7 miljoen voor het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland (PDENH) en € 4 miljoen voor ROM InWest Regio B.V. Daar tegenover staan toevoegingen aan de voorziening waardering verbonden partijen voor InWest Regio B.V., ROM InWest B.V., PDENH en Life Science Fund Amsterdam (LSFA) B.V. van totaal 3,2 miljoen.
De financiering van bovenstaande activiteiten kwam gedeeltelijk uit vooruit ontvangen SiSa-middelen, maar vooral vanuit de beschikbare liquide middelen en het aantrekken van vreemd vermogen (totaalfinanciering). Het aantal SiSa-regelingen stijgt nog steeds. Door de stijging van de doeluitkeringen (SiSa-regelingen) en de verstrekking van subsidies zijn ook de vooruitbetaalde bedragen toegenomen met € 38,2 miljoen. Daarnaast is er € 7,4 miljoen aan subsidies begroot waarvan de besteding (de last) in 2025 en verder valt.
Vanwege de beperkt beschikbare liquide middelen van de provincie is het noodzakelijk om vreemd vermogen aan te trekken om de activiteiten te kunnen financieren. Voor 2024 zijn twee langlopende leningen bij de BNG aangetrokken om een mogelijke overschrijding van de kasgeldlimiet te voorkomen. De eerste lening (€ 70 miljoen) dient in 2025 te worden afgelost, de tweede lening (€ 90 miljoen) in 2026. De liquiditeitspositie wordt toegelicht in de paragraaf financiering.

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2025 13:13:12 met de export van 05/22/2025 13:06:10