Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Conform het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) zijn de volgende 6 kengetallen opgenomen:

  1. Netto-schuldquote
  2. Netto-schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  3. Solvabiliteitsratio
  4. Kengetal grondexploitatie
  5. Structurele exploitatieruimte
  6. Opcenten (zie hiervoor de paragraaf 'Provinciale heffingen'

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

1. Netto schuldquote

67%

86%

62%

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

50%

72%

41%

3. Solvabiliteitsratio

61%

52%

60%

4. Grondexploitatie

0%

0%

0%

5. Structurele exploitatieruimte

-5%

2%

6%

6. Belastingcapaciteit

81,1%

91,4%

88,6%

*2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

1. Berekening netto-schuldquote

De netto-schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de provincie ten opzichte van de eigen middelen. De netto-schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en afschrijvingen op de exploitatie.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

A

Vaste schulden (art. 46)

0

215

160

B

Netto vlottende schuld (art. 48)

153

18

62

C

Overlopende passiva (art. 49)

432

576

469

D

Financiële activa (art. 36 lid d, e en f)

0

0

0

E

Uitzettingen < 1 jaar (art. 39)

136

135

224

F

Liquide middelen (art. 40)

0

6

1

G

Overlopende activa (art. 40a)

54

60

32

H

Totale baten (exclusief reserves (art. 17 lid c)

586

705

698

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G/H * 100%

67%

86%

62%

*2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

Om aan de verschillende verplichtingen te kunnen blijven voldoen, wordt sinds 2023 geld geleend. De schuldquote in 2024 is gedaald, zie voor een toelichting hierop in de paragraaf financiering.

2. Berekening gecorrigeerde netto schuldquote

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend, is gelijk aan de netto schuldquote. Met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

A

Vaste schulden (art. 46)

0

215

160

B

Netto vlottende schuld (art. 48)

153

18

62

C

Overlopende passiva (art. 49)

432

576

469

D

Financiële activa (art. 36 lid b, c, d, e en f)

100

100

148

E

Uitzettingen < 1 jaar (art. 39)

136

135

224

F

Liquide middelen (art. 40)

0

6

1

G

Overlopende activa (art. 40a)

54

60

32

H

Totale baten (exclusief reserves (art. 17 lid c)

586

705

698

Gecorrigeerde netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G/H * 100%

50%

72%

41%

*2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

Zie voor opmerkingen hetgeen onder de netto schuldquote is gemeld. Zoals hierboven is vermeld, zit het verschil in het feit dat bij deze berekening ook de verstrekte leningen zijn meegenomen. Het verschil met de netto schuldquote is zichtbaar op regel D.

3. Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de provincie in staat is aan de financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een provincie bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

A

Eigen vermogen (art. 42)

984

919

1.060

B

Balanstotaal

1.600

1.759

1.780

Solvabiliteit A/B * 100%

61%

52%

60%

* 2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

Hoe hoger de solvabiliteitsratio, des te hoger de weerbaarheid. De mate van weerbaarheid in combinatie met de andere kengetallen geeft een indicatie van de financiële positie van de provincie. De lichte daling komt door een toename van de vaste schulden en nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen vanuit het Rijk.  

4. Grondexploitatie

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (art. 38 lid a punt 1)

0

0

0

Bouwgronden in exploitatie (art. 38 lid b)

0

0

0

Totale baten (exclusief reserves (art. 17 lid c)

586

705

698

Grondexploitatie (A+B)/C * 100%

0%

0%

0%

*2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

De provincie beschikt niet over gronden die in exploitatie zijn genomen. Dit past bij het grondbeleid van de provincie.

5. Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij dit onderscheid is de aard van de activiteit leidend. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering uit het provinciefonds en eigen belastinginkomsten (motorrijtuigenbelasting). Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Het onderscheid tussen structureel en incidenteel is ook in een notitie van de commissie BBV vastgelegd.
Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves, gedeeld door de totale baten (zie artikel 17, onderdeel c van het BBV = exclusief mutaties reserves). Dit wordt uitgedrukt in een percentage. Om dit kengetal te relateren aan het overzicht van baten en lasten, is het noodzakelijk om de volgende cijfers te presenteren:

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

A

Totale structurele lasten

570

576

613

B

Totale structurele baten

574

602

677

C

Totale structurele toevoegingen aan de reserves

34

26

23

D

Totale structurele onttrekkingen aan de reserves

1

3

3

E

Totale baten

586

705

698

Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/(E) * 100%

-5%

0%

6%

*2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Daarnaast bevorderen hogere structurele baten de wendbaarheid (flexibiliteit) van de begroting. Voor Noord-Holland is in alle jaren sprake van een positief percentage.

6. Belastingcapaciteit

Een provincie heeft de mogelijkheid om het aantal opcenten te verhogen tot een bepaald maximaal. Dit wordt door het Rijk bepaald. De belastingcapaciteit van provincies wordt berekend door het aantal opcenten in jaar 't' (het begrotingsjaar) te vergelijken met het gemiddelde van het aantal opcenten van alle provincies in jaar 't-1' (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar). Dit wordt uitgedrukt in een percentage.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2023

Begroting 2024*

Rekening 2024

A

Aantal opcenten MRB

67,9

77,4

77,4

B

Landelijk gemiddelde opcenten in het jaar ervoor

83,7

84,7

87,4

Aantal opcenten t.o.v. landelijk gemiddelde in het jaar ervoor (A/B) * 100%

81,1%

91,4%

88,6%

*2024 tot en met tweede begrotingswijziging 2024

De provincie Noord-Holland blijft onder het landelijk gemiddelde als het gaat om de heffing van opcenten; de provincie heeft zelfs het laagste opcententarief  van alle provincies. Dit zorgt voor voldoende capaciteit om financiële tegenvallers op te vangen.

Bovenstaande tabellen geven op basis van een aantal kengetallen inzicht in de financiële positie van de provincie. Voor een beoordeling daarvan is het belangrijk om deze financiële positie (en het verwachte verloop), in relatie te bekijken en tegen een norm te houden. In het overzicht hieronder zijn signaalwaarden, verkregen vanuit het Rijk, opgenomen. Er is immers geen harde norm waaraan de provincie zich moet houden. Signaalwaarden 6 en 7 zijn interne richtlijnen, vastgelegd in de financiële verordening en in de kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement.

Waarderingscijfer

Minst risicovol

Neutraal

Meest risicovol

JR 2022

JR 2023

JR 2024

Begr 2025

1a

NSQ

< 90%

90 - 130%

> 130%

41%

67%

62%

129%

1b

NSQ (gecorr. verstrekte leningen)

< 90%

90 - 130%

> 130%

23%

50%

41%

114%

2

Solvabiliteit

> 50%

20 - 50%

< 20%

69%

61%

60%

44%

3

Grondexploitatie

< 20%

20 - 35%

> 35%

0%

0%

0%

0%

4

Structurele begrotingsruimte

> 0%

0%

< 0%

7%

-5%

6%

2%

5

Belastingcapaciteit

< 95%

95 - 105%

> 105%

81%

81%

89%

89%

6

Weerstandsratio 1 jaar

> 1,5

0,8 - 1,5

< 1,5

19,3

4,1

2,2

4,4

7

25% norm algemene reserve

> 25%

25%

< 25%

30%

27%

27%

29%

1 De kengetallen netto-schuldquote en netto-schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio en grondexploitatie hebben betrekking op de balans. Vanaf 2025 is er sprake van een solvabiliteitsrisico (het niet meer kunnen betalen van langlopende leningen) doordat er vreemd vermogen wordt aangetrokken ter financiering van bedrijfsactiviteiten. Het aantrekken van vreemd vermogen zet zich door, waardoor er vanaf 2025 sprake is van een verhoogd risicoprofiel.

2 De verwachte solvabiliteitsratio is minder hard gedaald dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een toename van het balanstotaal.

 
3 De provincie Noord-Holland heeft geen grondexploitatie. Hier zijn dus voor de komende jaren geen financiële consequenties of risico's te verwachten.


4 Uit de kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit blijkt of een provincie over voldoende structurele baten beschikt en welke mogelijkheid er is om de structurele baten op korte termijn te vergroten. Voor de provincie Noord-Holland zijn de structurele baten de komende jaren groter dan de structurele lasten. Dit betekent dat de provincie voldoende flexibiliteit heeft om eventuele tegenvallers op te vangen.


5 Noord-Holland heeft het laagste opcenten tarief van alle provincies. Het percentage opcenten van Noord-Holland (77,4%) ligt onder het gemiddelde van alle 12 provincies (+/- 87%). Dit resulteert in een onbenutte belastingcapaciteit bij de jaarrekening 2024 van € 215 miljoen. Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de begroting van de provincie voldoende wendbaar en flexibel is.


6 en 7 De weerstandsratio voor 1 jaar laat zien in hoeverre de provincie de gesimuleerde risico's kan dekken. Deze is en blijft ruimschoots boven de waarde 1, waardoor de provincie in staat is tegenvallers op te vangen. Dit is met name dankzij de algemene reserve welke minimaal gelijk dient te zijn aan het bedrag dat overeenkomst met weerstandsratio 1.
Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de cijfers in de jaarrekening een positief beeld geven. De provincie in staat om tegenvallers op te vangen. Vanaf 2025 is met name de schuldquote een risico voor de provincie. De situatie wordt nauwkeurig gemonitord om te voorkomen dat de cijfers zich verder negatief ontwikkelen.

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2025 13:13:12 met de export van 05/22/2025 13:06:10