Grond vormt een essentiële schakel in de transitie van het landelijk gebied en in het bijzonder de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Realisatie vindt plaats via verschillende instrumenten, zoals de vestiging van kwalitatieve verplichtingen, kavelruilen of door aankopen van grond binnen de NNN-begrenzing of daarbuiten om in te zetten als ruilgrond. Met name het vestigen van een kwalitatieve verplichting via een zogeheten Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL-subsidie), is een bijzondere vorm die specifiek voor de NNN-realisatie is ontwikkeld. De provincie gaat dan een overeenkomst aan met een eigenaar die zijn agrarische grond omzet in grond met een natuurfunctie. De eigenaar krijgt vervolgens compensatie voor de waardevermindering van de grond.
In 2020 besloten PS om voor de NNN-realisatie in en nabij Natura 2000-gebieden zo nodig het onteigeningsinstrument in te zetten. Hiermee werd het mogelijk om op basis van volledige schadeloosstelling aan te kopen. Het onteigeningsinstrument wordt alleen ingezet nadat in een gebiedsproces een gezamenlijke gebiedsvisie is vastgesteld en de minnelijke verwerving onvoldoende is gebleken. In 2024 is er 1 minnelijke aankoop gedaan waarbij sprake was van betaling van volledige schadeloosstelling om ter onteigening te voorkomen. De overige aankopen binnen dit thema waren passieve verwervingen op vrijwillige basis. (Stoppende) agrariërs of grondeigenaren die hun grond willen verkopen, weten, de provincie te vinden (vaak via agrarische makelaars). Hierin speelt mee dat geëigende financierders (zoals de Rabobank) momenteel zeer terughoudend zijn met de financiering van verhuizende en/of startende boeren. Hierdoor hebben stoppers geen mogelijkheid hun bedrijf te verkopen om zo hun pensioen veilig te stellen. In 2024 zijn er in totaal 14 aankopen gepasseerd bij de notaris, waarmee de provincie 1.175.926 m 2 NNN (ruil)grond heeft verworven.
Volgens het BBV worden de aankopen voor het NNN op de balans opgenomen tegen de verwervingskosten (inclusief eventuele schadeloosstelling en aanvullende kosten). De aankoop van (meestal) agrarische gronden voor het NNN leidt tot een (forse) waardedaling. Dit geldt zeker voor de extra kosten voor de aankoop van opstallen en de schadeloosstelling. Hierdoor is de balanswaarde van de NNN-gronden (fors) hoger dan de daadwerkelijke waarde. Dit vormt een risico voor het moment dat deze grond, zijnde natuurgrond, weer verkocht gaat worden. Daarom is in 2020 een reserve voor de toekomstige afwaardering NNN-gronden aangelegd. Deze reserve wordt, ten laste van de reserve Groen, steeds bij de tweede begrotingswijziging van het opvolgende jaar aangevuld. En wel met het verschil tussen de verwervingskosten van de aangekochte NNN-gronden die in het vorige jaar zijn aangekocht en de potentiële verkoopopbrengsten van NNN-gronden. Deze is gestandaardiseerd op € 1 per vierkante meter.
Een bijzondere vorm van activering zijn aankopen in het kader van de zogenaamde SPUK-regelingen. Zo heeft het Rijk met een SPUK-regeling budget beschikbaar gesteld voor de verwerving van gronden, om deze vervolgens in te zetten voor de bodemdalingsopgave. Gronden die in dit kader worden aangekocht, worden ook voor de verwervingsprijs op de balans gezet. En direct daarna met de SPUK-Rijksbijdrage (zijnde ‘bijdrage derde’) afgewaardeerd tot € 1. Hiermee blijven deze aankopen wel zichtbaar op de balans. In 2024 is 1 transactie – voor de NNN-realisatie – bekostigd met SPUK-gelden. Deze aankoop maakt deel uit van nummer 20 van de tabel 'overzicht provinciale gronden'.
De provincie heeft in het verleden een grote grondportefeuille gekregen van het Rijk voor de afronding van het NNN. Deze Strategische Gronden Groen worden in eerste instantie ingezet als ruilgrond voor de NNN-realisatie. Overtollige percelen worden verkocht, waarbij de opbrengst ten goede komt van de reserve Groen.
De ervaring leert dat een grondpositie hét vliegwiel is voor gebiedsprocessen in het landelijk gebied. Inbreng van provinciale gronden in (kavel)ruilprocessen, vormde ook in het afgelopen jaar de motor van de gebiedsgerichte aanpak. Door de belangrijke opgaven in het landelijk gebied is de provincie de afgelopen jaren terughoudend geweest met het verkopen van gronden.