De Staat verzekert met het verplichte schatkistbankieren dat met de middelen van de provincie geen onnodige financiële risico’s worden gelopen. Schatkistbankieren biedt de
twee volgende hoofdactiviteiten:
· Rekeningcourantverhouding met de Staat. Een positief saldo op de bankrekeningen van de provincie wordt dagelijks afgeroomd ten gunste van de rekening-courant. Andersom wordt een negatief saldo op de bankrekeningen dagelijks aangezuiverd vanaf deze rekening-courant. Deze saldoregulatie geschiedt door het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën.
· Plaatsing van deposito’s bij genoemd Agentschap. Hierbij worden dagelijks onafhankelijk vastgestelde tarieven gehanteerd en aanvragen worden nooit geweigerd als het saldo toereikend is. Vanwege de aflopende financiële ruimte wordt van het plaatsen van deposito’s geen gebruik gemaakt.
Sinds de ingang van het verplicht schatkistbankieren per 15 december 2013 is het voor de provincie mogelijk om tijdelijk overtollige middelen uit te zetten bij Nederlandse gemeenten, waterschappen en provincies, voor zover deze niet onder het toezicht van de uitzettende overheid vallen. Voor het bepalen van de hoogte, de looptijd en het rentepercentage van de te plaatsen deposito’s en uitzettingen, maakt de provincie gebruik van liquiditeitsprognoses en renteverwachtingen om de marktconformiteit vast te stellen. Vanwege de aflopende financiële ruimte zijn er in 2024 geen overtollige middelen bij andere overheden dan het Rijk uitgezet.
De provincie had eind 2023 bij de schatkist € 30,33 miljoen in rekening-courant staan. Eind 2024 was dit bedrag € 109 miljoen. De stijging op de rekening-courant wordt veroorzaakt door hogere SPUK-baten en een hogere uitkering van het provinciefonds dan geprognotiseerd en lagere (investerings)uitgaven dan begroot. Uitzettingen bij de schatkist leveren op peildatum 16 januari 2025 bij een deposito van 10 jaar een rente op van 2,81%. De rente op de rekening-courant bij de schatkist bedraagt op dezelfde peildatum 2,92%.