Wat hebben we bereikt?
1 Veel grote, actuele bestuurlijke vraagstukken raken de transities in het landelijk gebied. Bij de aanpak daarvan heeft het Rijk de medewerking van provincies nodig. De rol van provincies in het openbaar bestuur is dan ook sterker geworden. De provincie Noord-Holland heeft in 2024 meer ambtelijke en bestuurlijke inzet gepleegd voor de lobby in Den Haag en Brussel, en voor de provinciekoepel IPO. Daarmee heeft de provincie Noord-Holland een sterkere positie gekregen binnen het politiek-bestuurlijke krachtenveld in Den Haag.
Wat hebben we ervoor gedaan?
1.1 De participatie van Noord-Hollandse bestuurders en ambtenaren binnen interprovinciale overlegstructuren is versterkt, de voorbereiding van vergaderingen en bijeenkomsten is geïntensiveerd, de aanwezigheid van onze ambtenaren en bestuurders in Den Haag en Brussel. De vraagstukken die daar spelen komen vaker en uitgebreider aan de orde in GS en PS.
1.2 In het kader van de Europastrategie 2022–2030 werkte de provincie Noord-Holland actief aan het beïnvloeden van Europees beleid. Samen met Europese partners bracht de provincie haar standpunten onder de aandacht in Brussel. De provincie voerde gesprekken met vertegenwoordigers van Europese instellingen en de Nederlandse Permanente vertegenwoordiging in Brussel. Met als doel om belemmeringen in Europees beleid aan te kaarten. Daarnaast schreef de provincie, samen met partners, visiepapers over onderwerpen als bio-economie en cohesiebeleid. Deze papers werden gepresenteerd aan Europese instanties.
1.3 In Brussel werkte de provincie samen in het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP). Het Huis van de Nederlandse Provincies wordt bestuurd door dertien provinciale bestuurders: één bestuurder per provincie en de HNP-voorzitter namens het IPO. De commissaris van de Koning is voorzitter van het Huis van de Nederlandse Provincies. Het HNP maakt het mogelijk om Europees beleid efficiënter te monitoren en gezamenlijke standpunten effectiever onder de aandacht te brengen. In HNP-verband volgde de provincie de ontwikkelingen in Brussel op de voet. Zo kon de provincie de provinciale organisatie en het bestuur op de hoogte houden van mogelijke gevolgen van nieuw EU-beleid. De provincie nam actief deel aan de HNP-werkgroepen die aansluiten bij de prioritaire onderwerpen in de provinciale Europastrategie, namelijk de werkgroepen Agrifood, Mobiliteit, Circulaire Economie en Klimaat & Energie. Gedeputeerde Rommel was bestuurlijk trekker van de werkgroep Circulaire Economie en heeft vanuit die rol HNP aangesloten bij het position paper over de EU bio-economie strategie.
1.4 Naast samenwerking in IPO-verband en de andere Nederlandse provincies, werkte de provincie ook samen met andere partijen met gelijkwaardige belangen richting EU. Door de krachten te bundelen en kennis uit te wisselen in Europese netwerken, kan de provincie efficiënter en met meer impact haar Europastrategie uitvoeren. Met dat doel is de provincie bestuurlijk vertegenwoordigd in Europese instituties, zoals het Comité van de Regio’s. Naast zijn rol als HNP-voorzitter is de commissaris van Koning delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het t Comité van de Regio’s . Ook is de provincie lid van EU-netwerken, zoals de CPMR (belangenorganisatie en denktank van maritieme regio’s), POLIS (een netwerk van Europese steden en regio’s op het gebied van innovatieve vervoersoplossingen) en ERIAFF (European Regions for Innovation in Agriculture, Food and Forestry).
1.5 De provincie is medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Hieronder vallen Kansen voor West 3 (KVW3) en Interreg (de programma's North West Europe en North Sea Region). Dit geldt ook voor het Europese Just Transition Fund dat voor Noord-Holland aan de regio IJmond is toegewezen. In 2024 zijn er in al deze programma’s openstellingen voor subsidieaanvragen gedaan. Deze programma’s dragen bij aan de uitvoering van het Noord-Hollands coalitieakkoord. Daarom heeft de provincie twee uitvoeringsregelingen met als doel Noord-Hollandse partijen te stimuleren meer gebruik te maken van deze EU-subsidieprogramma’s. In 2024 zijn in beide uitvoeringsregelingen aanvragen gedaan.
Wat heeft het gekost?
Beleidsdoel 1.4 | Belangen van de provincie behartigen op landelijk en Europees niveau (bedragen x €1.000) | |||
---|---|---|---|---|
Ontwerp | Actuele | Jaarrekening 2024 | Bedrag verschil * | |
Lasten | 3.772 | 4.481 | 4.532 | -51 |
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 3.772 | 4.481 | 4.532 | -51 |
Stortingen reserves | ||||
Reserve Cofinanciering Europese projecten | 1.243 | 1.200 | 1.200 | 0 |
Onttrekkingen reserves | ||||
Reserve Cofinanciering Europese projecten | 0 | -2.209 | -2.242 | 33 |
Resultaat | 5.015 | 3.472 | 3.490 | -18 |
*een positief verschil is voordelig |
Een toelichting van de verschillen tussen de actuele begroting en de jaarrekening is opgenomen onder 5.1.1 Toelichting per programma .