Wat hebben we bereikt?
1. Rijk en regio gaven invulling aan de uitdagingen voor de realisatie van het mobiliteitsbeleid, zoals verstedelijking, stikstof, CO 2 -reductie en schaarse middelen.
2. De leefbaarheid, verkeersveiligheid en doorstroming is verbeterd voor voetgangers, fietsers, gemotoriseerd vervoer, vaartransport en openbaar vervoer.
3. Het regionale fiets- en voetgangersnetwerk is verbeterd en er is een (grote) vermindering van het aantal verkeersslachtoffers.
4. De provincie gaf uitvoering aan de duurzame mobiliteitsmaatregelen uit het ‘Regionale Mobiliteitsprogramma Noord-Holland en Flevoland’ (klimaatakkoord).
Wat hebben we ervoor gedaan?
1.1 Samen met gemeenten en Vervoerregio Amsterdam werkte de provincie verder aan de uitvoering van de afspraken Wonen en Mobiliteit (WoMo) uit 2022. Daarnaast vroeg de provincie in financieel opzicht aandacht voor een aantal projecten (samen met gemeenten en Vervoerregio Amsterdam in het bestuurlijk overleg Leefomgeving en het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Om er enkele te noemen: de Openbaar Vervoer Verbinding Amsterdam Haarlemmermeer (OVAH), de Poort van Hoorn en Haarlem Nieuw Zuid. De afspraak is om dit appel te opnieuw te doen bij het bestuurlijk overleg leefomgeving en het bestuurlijk overleg MIRT in 2025. Dan worden immers nieuwe financiële middelen toegekend van de ministeries van VRO en IenW (dat was in 2024 nog niet het geval).
1.2 Zoals ieder jaar nam de provincie deel aan diverse samenwerkingsverbanden, zoals het Platform Mobiliteit MRA, het Platform Mobiliteit Noord-Holland Noord, Samen bouwen aan Bereikbaarheid (SbaB), de Provinciale Verkeer en Vervoer Beraden (PVVB-en) op deelregioniveau, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van Duurzame Mobiliteit. Onze deelname is altijd gebaseerd op de doelstellingen uit het Perspectief Mobiliteit Noord-Holland.
1.3 In 2024 nam de provincie samen met vele andere deelnemende partijen het STOMP-principe op in het Convenant Toekomstbestendig Bouwen. STOMP is een ordeningsprincipe voor duurzame mobiliteit en staat voor: stappen (lopen), trappen (fietsen), openbaarvervoer, mobility as a service (deelauto of deelfiets) en particuliere auto.
1.4 In 2024 stelde de provincie, samen met de Vervoerregio Amsterdam en de betrokken gemeenten, Regionale Agenda's Mobiliteit (RAM's) op voor de regio Zaanstreek-Waterland en de regio Amstelland-Meerlanden. Daarnaast is de RAM Zuid Kennemerland-IJmond geactualiseerd. Ook werd er een begin gemaakt met het opstellen van een RAM voor de Gooi en Vechtstreek en de actualisatie van de RAM West-Friesland. Los van het opstellen en actualiseren van RAM’s, zijn de acties die erin staan verder gebracht.
2.1 De provincie actualiseerde de investeringsstrategie Noord-Hollandse infrastructuur (iNHi). In een gezamenlijke sessie met PS zijn de ambities vastgesteld. Met geactualiseerde data leidt dat tot een lijst van projecten die tussen 2024–2028 in het ‘integraal Meerjarenprogramma Infrastructuur’ (iMPI) worden opgenomen. PS stelden het ‘iNHi 2024–2028’ in oktober vast.
2.2 De provincie investeerde in onderhoud, vervanging en de verbetering van provinciale infrastructuur, volgens het iMPI. Een totaaloverzicht is te vinden in het iMPI 2025–2032. In 2024 is gewerkt aan de studiefase van 61 verbeter- en uitbreidingsprojecten. Daarvan zijn 8 projecten gepromoveerd naar de plan- dan wel realisatiefase en zijn 9 studieprojecten beëindigd. In de actualisatie van het iMPI 2025–2032 zijn de prioritaire trajecten uit de iNHi 2024–2028 geduid die nog niet in het iMPI waren geprogrammeerd.
3.1 Op het gebied van Actieve Mobiliteit is uitvoering gegeven aan de 8 actielijnen uit de ‘Actieagenda Actieve Mobiliteit 2022–2027’. De provincie subsidieerde 19 fietsprojecten van gemeenten voor de verbetering en aanleg van 14 kilometer fietspad (11 kilometer bestaand en 3 kilometer nieuw fietspad). Daarnaast verleende de provincie een subsidie van € 150.000 voor de instandhouding van de Pont Ilpendam. Op provinciaal areaal zijn 2 fietsprojecten afgerond (bij Medemblik en Texel) en 15 fietsprojecten verder gebracht naar de studie-, plan- of realisatiefase. Verder werkte de provincie, samen met partners, aan de planvorming voor uitbreiding van fietsparkeerplekken bij ov-knooppunten (onder andere bij Crailo, Muiden, Heiloo. Bij 22 R-nethaltes zijn recreatieve wandel- en fietsnetwerken uitgebreid (onder andere een wandelnetwerk ten oosten van Castricum). Ook werd het gebruik van de fiets gestimuleerd, onder andere via werkgevers. Tot slot zijn op meer dan 100 punten fietstellingen uitgevoerd en is de digitale fietsnetwerkenkaart geactualiseerd.
3.2 In april is de ‘Actualisatie Uitvoeringsagenda Verkeersveiligheid 2024–2030’ vastgesteld. Hierin staan maatregelen die de provincie neemt op om wegen veiliger te maken en veilig gedrag te stimuleren. De provincie subsidieerde 20 projecten van gemeenten om de verkeersveiligheid op wegen en fietspaden te verbeteren. Op provinciaal areaal zijn 7 snelheidsremmers aangelegd (onder andere bij de oversteeklocatie van de N200 bij de kop van de Zeeweg) en is 110 km provinciaal fietspad voorzien van kantmarkering. Verder maakte de provincie een analyse van provinciale n-wegen waar met relatief kleine maatregelen de verkeersveiligheid verbeterd kan worden. Hieruit zijn 30 risicolocaties naar voren gekomen. In 2024 zijn er meteen al 3 aangepakt (N504 bij Schoorldam, N246 bij Assendelft en N196 bij Rozenburg).
3.3 De subsidieregeling kleine infrastructuur, bedoeld voor doorfietsroutes en verkeersveiligheid, is voortgezet. Hiermee zijn 27 projecten gesubsidieerd voor een totaalbedrag van € 12 miljoen. Vanuit de subsidieregeling Verkeerseducatie zijn 31 verkeerseducatieprojecten gesubsidieerd voor basisscholen en 20 projecten voor middelbare scholen. Bij elkaar voor € 1,6 miljoen. Via deze projecten zijn circa 50.000 leerlingen bereikt. Verder verleende de provincie € 250.000 subsidie voor doortrapprojecten in 25 gemeenten. Hiermee zijn ruim 4.440 ouderen bereikt met voorlichting over veilig fietsgedrag en beschermingsmiddelen.
4.1 De provincie gaf uitvoering aan het ‘Regionaal Mobiliteitsprogramma’ volgens de menukaart die daarin is opgenomen (waaronder smart mobility, zero emissie, laadinfra MRA-Elektrisch en de Werkgeversaanpak). De provincie stelde regionale uitvoeringsagenda’s duurzame mobiliteit op (als onderdeel van de RAM’s).
· In de regio Gooi en Vechtstreek startte de provincie met het ‘Maatregelpakket ZE-goederenvervoer’. Ook gingen de eerste gesprekken over de Werkgeversaanpak van start.
· In de regio Alkmaar werd een start gemaakt met het maatregelpakket Deelmobiliteit, MaaS (mobility as a service) en hubs.
· De provincie voerde een doelgroepanalyse uit voor de hublocaties. Verder ging er een pilot ‘Mobiliteitsprogramma van Eisen’ van start.
· In de regio Zuid-Kennemerland werd een start gemaakt met het maatregelpakket ‘Deelmobiliteit, MaaS en hubs’ en in de regio IJmond met het pakket ‘Werkgebonden personenmobiliteit’.
· De provincie stelde een ontwerp op voor het dashboard duurzame mobiliteit.
· Op basis van de gesprekken met de gemeenten actualiseerde de provincie de potentietool RMP. Hiermee wordt een globale inschatting gemaakt van de CO 2 -uitstoot in 2030.
· De coördinatie en het penvoerderschap Werkgeversaanpak is volledig bij de provincie belegd. Deze aanpak richt zich op het maken van afspraken met de werkgevers over anders en duurzaam reizen van hun werknemers.
4.2 De provincie werkte aan de uitvoering van het ‘Actieprogramma Slimme en Schone Logistiek’.
· Het ‘Multimodaal Netwerk Goederenvervoer’ is opgeleverd. Dit vormde de basis voor het inzetplan van het realisatiepact MRA. Verder werd het inzetplan voor het realisatiepact opgesteld.
· Gezamenlijk met andere provincies is een concept gelanceerd om goederenvervoer ook voor kleinere volumes over water toegankelijk en rendabel te maken (Metropolitaan Hubsysteem).
· De provincie nam deel aan het koepeloverleg vers-logistiek. Hierin worden samen met het ministerie van I&W, greenports en bedrijfsleven projecten uitgevoerd en wordt kennis gedeeld over vers-logistiek.
· In het kader van duurzame en efficiënte logistiek is een ‘Bereikbaarheidskaart’ ontwikkeld, zodat vervoerders weten welke wegen zij mogen gebruiken.
· De provincie ontwikkelde een ‘Dashboard Bouwlogistiek’ dat informatie geeft over de impact van maatregelen om bouwlogistiek-verkeer duurzamer te maken.
· De ‘Druktemonitor Purmerend’ is opgeleverd, waarin staat waar de knelpunten zijn en wat de impact kan zijn van de mogelijke maatregelen.
4.3 De provincie werkte aan de uitvoering van de ‘Regionale Uitvoeringsagenda Stadslogistiek’ (RUAS). Zo werd een praktische gids opgeleverd; een levend document met handelingsperspectieven en maatregelen voor gemeenten om de stadslogistiek te verduurzamen.
Om gemeenten verder te ondersteunen, is een regionale overlegtafel stadslogistiek ingesteld. Met als doel kennisdeling over verschillende thema’s rondom verduurzaming van stadslogistiek.
Het ZERA-evenement (Zero Emissie Regio Amsterdam) vond plaats. Bij dit evenement is met de gemeenten Amsterdam, Haarlem en Zaanstad een dag georganiseerd voor ondernemers. Zij konden vragen stellen over de ZE-zones in deze gemeenten. Ook was er informatie over onder meer ZE-voertuigen, financiering en ontheffingen.
Wat heeft het gekost?
Beleidsdoel 4.1 | Realiseren perspectief Mobiliteit (bedragen x €1.000) | |||
---|---|---|---|---|
Ontwerp | Actuele | Jaarrekening 2024 | Bedrag verschil * | |
Lasten | 25.423 | 35.875 | 31.248 | 4.627 |
Baten | -2.307 | -4.344 | -5.877 | 1.533 |
Saldo van baten en lasten | 23.116 | 31.531 | 25.371 | 6.160 |
Stortingen reserves | ||||
Reserve Mobiliteitsbeleid | 205 | 255 | 255 | 0 |
Reserve Uitvoeren van Mobiliteitsbeleid door Derden | 10.511 | 14.511 | 14.511 | 0 |
Reserve verleende subsidies OD 4.1.2 | 0 | 2.872 | 5.220 | -2.348 |
Onttrekkingen reserves | ||||
Reserve Mobiliteitsbeleid | -1.287 | -1.601 | -1.564 | -37 |
Reserve Uitvoeren van Mobiliteitsbeleid door Derden | -17.108 | -24.830 | -21.039 | -3.791 |
Reserve verleende subsidies OD 4.1.2 | 0 | -5.134 | -4.712 | -422 |
Resultaat | 15.437 | 17.604 | 18.041 | -437 |
*een positief verschil is voordelig |
Een toelichting van de verschillen tussen de actuele begroting en de jaarrekening is opgenomen onder 5.1.1 Toelichting per programma .