Betrekken van onze partners bij bescherming en beheer van groen

1. Er zijn 2 subsidieregelingen opengesteld. Naast het veenweideloket is er een landelijke regeling samenwerking in veenweidegebieden en overgangsgebieden N2000 . Er zijn diverse grondeigenaren die bij één van de regelingen subsidies hebben aangevraagd voor het uitvoeren van maatregelen om de uitstoot van broeikasgas te verminderen. Het Veenweideloket wordt gefinancierd uit Rijksmiddelen (SPUK L10). De maatregelen worden de komende jaren uitgevoerd.  
2. Via de aanpak Groen Kapitaal is actief kennis gedeeld, onder andere via een nieuwe LinkedIn-groep. Daarnaast zijn nieuwe initiatieven geworven via de uitvraag Toekomstversnellers (gestart in 2023). Op 3 april 2024 werden de 5 winnaars van de Toekomstversnellers bekend na een pitch waarbij er per regio 3 genomineerden waren. Via de kennis en het netwerk van Groen Kapitaal zijn deze winnaars verder op weg geholpen, maar ook de andere indieners voor zover ze dat wilden. 1 van de winnaars richt zich op een bloemrijk Texel . Via een consortium van veel partijen is de actuele kennis over een – groene - gezonde leefomgeving dicht bij huis verzameld, visueel gemaakt en gedeeld. In de inspiratiegids voor gemeenten (namens de provincie opgesteld door de Natuur- en Milieufederatie) is dit jaar ook het thema gezonde leefomgeving toegevoegd. Een initiatief dat hier specifiek actief op inzet, is Groen Vitaal . Zij is als indiener bij de Toekomstversnellers op weg geholpen. 
3. Groene vrijwilligers hebben in 2024 weer een goede bijdrage geleverd in landschapsbeheer, natuurinrichting, versterken van de biodiversiteit (variatie in flora en fauna), bescherming van plant- en diersoorten. Ze droegen bovendien op allerlei manieren bij aan het delen van kennis daarover. Een bijzonder initiatief was dit jaar ‘De stem van de natuur ’. In 2024 hebben 30 projecten van het ’Betrekken bij Groen Fonds’ (onderdeel van het programma) een bijdrage ontvangen. Het betrof onder meer de aanschaf van warmtebeeldcamera’s voor vleermuisonderzoek, het vergroenen van schoolpleinen en parken, herstel van duinrellen (beekjes), vervanging van gereedschappen, het verrijken van akkerranden met kruidenmengsels en plaatsing van vogelnestkasten en een informatiepaneel over nachtvlinders.  
4. In 2024 werkte de provincie als trekker van MRA Landschap, samen met andere MRA-partners, aan het versterken en ontwikkelen van de landschappelijke kwaliteit. De belangrijkste resultaten waren: 

• Een selectie van de belangrijkste groene maatregelpakketten die tot 2030 nodig zijn voor een robuust groenblauw netwerk (zie onderdeel 3.2 op pag. 8), voor de uitvoeringsagenda NOVEX MRA . De maatregelpakketten werden vervolgens gecombineerd met de blauwe maatregelen (water en klimaat). Resultaat: een kaart met groenblauwe maatregelpakketten (zie pag. 7-8) die eerste prioriteit hebben om uitgevoerd te worden. 
• Een verkenning van een ‘Klimaatbestendig landschap Oer-IJ’. Resultaat (oplevering eerste kwartaal 2025) is meer inzicht in het bodem- en watersysteem, dat gebruikt kan worden voor ruimtelijk ontwikkelingen in dit gebied. Bij dit compacte en kennisintensieve traject waren provincie, waterschappen, natuurorganisaties en gemeenten betrokken. 
• Een maatschappelijke businesscase MRA ‘Groen in en om de stad’, samen met het Rijk, met inzicht in kosten en baten van groen in en om de stad.  
• Een concept ‘Meerjarig Uitvoeringsprogramma Groenblauw groeit mee’ (nadere uitwerking vindt medio 2025 plaats) voor de invulling en concretisering van de nieuwe MRA Agenda 2025–2028. Hierin trokken MRA Landschap en MRA Klimaatbestendig gezamenlijk op.  

5. Het Ontwikkelperspectief NOVEX Groene Hart is opgeleverd en door het Bestuurlijk Platform Groene Hart vastgesteld. 
6. De Nationale Parken Zuid-Kennemerland en Texel worden goed bezocht en gewaardeerd. Een aandachtspunt is de recreatiedruk op de natuur. Dit is opgepakt door de beheerders: zij nemen hiervoor nu acties. Daarnaast is de Regio Deal MRA West Beter in Balans gesloten. Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland neemt deel, samen met het Rijk, de gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Zandvoort, Beverwijk en Velsen, PWN, De Groene Stelling; hoogheemraadschap Rijnland en de provincie. De Regio Deal zet in op een groene, aantrekkelijke leefomgeving, die inwoners aanzet tot meer bewegen, een actievere leefstijl en laagdrempelige ontmoetingen.  
7. Voor het Waddenfonds hebben in 2024 5 organisaties een subsidieverzoek ingediend, waarvan er 3 inmiddels zijn gehonoreerd. De overige 2 aanvragen zijn nog in behandeling. De 3 projecten die in 2024 een subsidie hebben ontvangen, zijn:  
‘Het Zilte pad’, een pelgrimsroute voor bezinningstoerisme. De fiets- en wandelroutes van het Zilte pad verbinden 22 historische kerken tussen Den Helder en Oost-Groningen.  
Het project ‘Frisse wind door het Reddingmuseum’ richt zich op vernieuwing van het museum in Den Helder.  
Het project ‘Stinzenplanten’ is een aanvulling op een eerder project. Het richt zich op het in kaart brengen, restaureren en herinrichten, en op het delen van kennis over de planten. 
Daarnaast is er in 2024 veel tijd gestoken in de voorbereiding van nieuwe projecten, passend binnen het Investeringskader Waddengebied. Het gaat dan bijvoorbeeld om projecten gericht op het versterken en vermarkten van het werelderfgoed Waddenzee.

1.1 Met de startversie van het PPLG is ook de ‘Regionale Veenweide Strategie 2.0’ opgeleverd. 
2.1 Het platform Groen Kapitaal en het delen van berichten op LinkedIn blijven belangrijk voor het community-management (aanjagen van de beweging die een natuurinclusieve samenleving nastreeft). Daarnaast gaat het om het persoonlijk meedenken met initiatieven en het inbrengen van kennis in het netwerk. Nu er een landelijk Collectief Natuurinclusief is, sluit de provincie daar zo goed mogelijk op aan. Dat gaat om kennis delen en onze initiatieven verbinden, in het bijzonder op de domeinen infrastructuur en vrijetijdseconomie.  
3.1 De provincie heeft in 2024 via het programma ‘Betrekken bij Groen’ (uitgevoerd met en door de Noord-Hollandse natuurorganisaties) het beleid voor groene vrijwilligers ondersteund. Hiervoor was een budget van € 608.000 beschikbaar. Activiteiten waren onder andere: het organiseren van een Dialoogdag voor en met vrijwilligers, waarbij de gedeputeerde en vele ambtenaren aanwezig waren, en de Natuurwerkdag, waarbij geïnteresseerden en vrijwilligers kennis konden nemen van projecten en mee konden werken. In 2024 is ook het nieuwe ‘Meerjarenprogramma 2025–2028’ voorbereid. Via een enquête en op de Dialoogdag is hiervoor input opgehaald bij de vrijwilligers.  
4.1 De provincie zette haar trekkersrol op verschillende manieren in om samen de partners van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) te komen tot bovengenoemde resultaten. Het ging om de rol als: 

• bestuurlijk en ambtelijk trekker van MRA Landschap 
• ambtelijke coördinatie input landschap voor NOVEX MRA en 
• projectleider verkenning ‘Klimaatbestendig Landschap Oer-IJ’ 

5.1 In oktober 2024 stelde het Bestuurlijk Platform Groene Hart de ‘Realisatieagenda NOVEX Groene Hart’ vast.  
6.1 De provincie Noord-Holland levert een financiële bijdrage aan de Nationale Parken Zuid-Kennemerland en Texel, en denkt mee in beide overlegorganen. In 2023 was de verkenning afgerond naar de mogelijkheden voor bezoekersmanagement in Zuid-Kennemerland. In navolging daarop is in 2024 met alle regionale partners een verdiepend onderzoek uitgevoerd naar de leefstijlsegmentatie, voor zowel de vraagzijde als het aanbod in de regio. Deze analyse is ook vertaald naar een regionale leidraad en een inspiratieboek. Beide worden toegepast door de diverse beheerders bij de plannen en ontwikkelingen in hun gebied. Om zo vanuit een regionaal perspectief beter richting te geven aan het bezoekersmanagement en daarmee de spreiding van bezoekers. Deze inzet krijgt ook in 2025 een vervolg. 
7.1 Het Waddengebied is het grootste natuurgebied van Nederland. De 3 Waddenprovincies (Groningen, Fryslân en Noord-Holland) zijn partners in het Waddenfonds en werken daarnaast samen in het ‘Investeringskader Waddengebied’ (IKW). Financiering van projecten die vallen binnen dit Investeringskader gebeurt grotendeels met financiële middelen uit het Waddenfonds. 

Een toelichting van de verschillen tussen de actuele begroting en de jaarrekening is opgenomen onder 5.1.1 Toelichting per programma .